Logo Pit
< Terug naar overzicht

6 maart 2024

Interview van de maand; Dorieke Schreurs

Na een maandje afwezigheid zijn we terug met het eerste interview van 2024. We spreken Dorieke Schreurs; een kunstenaar die op scholen beeldende lessen geeft en projecten uitvoert. Daarnaast geeft ze via de Vrije Akademie Parkstad de cursus ‘Beeldende Materialen & Technieken’ voor de leerkrachten uit het netwerk van Pit Cultuurwijzer.

Nou ja, kunstenaar. Vraag Dorieke zelf naar wie ze is, en ze geeft een hele mond vol: kunstenaar, maker, zelfstandige, onderzoeker en docent. “Ik heb veel verschillende petten op”, zegt ze. “Maar het komt in de kern altijd neer op mijn focus op natuur, duurzaamheid en circulariteit.” Daar willen we natuurlijk alles van weten.


Hoe ziet jouw samenwerking met Pit Cultuurwijzer eruit?
“Ik werk als vakdocent op de Vrije Akademie Parkstad waar ik zogeheten co-creaties maak met scholen. Daarin maak ik eigen lespakketten, altijd met de focus op duurzaam materiaal. Zo werk ik elke maandag bij Basisschool De Veldhof in Eygelshoven. In het kader van co-creatie heb ik daar vanuit Pit Cultuurwijzer de ruimte gekregen om een doorlopende leerlijn te ontwikkelen voor groep 7 en 8 – deze is nu ook inzetbaar voor andere scholen. Ik verzorg ook een professionaliseringsaanbod via Pit Cultuurwijzer, dus voor leerkrachten die hun kennis rondom ‘beeldend’ willen bijspijkeren. In november is deel één geweest van de cursus ‘Beeldende Materialen & Technieken’ en in het voorjaar start deel twee. Daarbij ligt de nadruk op materialen en technieken, uiteraard met de koppeling naar duurzaamheid.”


Wat kun jij voor scholen betekenen?
“Als vakdocent is dat het ontwikkelen en uitvoeren van het lesprogramma. Ik werk ook als cultuurcoördinator, nu bijvoorbeeld bij De Wegwijzer in Heerlen, en dat is meer overkoepelend. Dan maak ik een programma op maat voor een heel schooljaar. Verder werk ik graag met scholen die vragen hebben over materiaalgebruik, zoals ‘Hoe kunnen we meer natuurlijke materialen gebruiken?’. Dat vind ik interessant. Zeker als dat vakoverstijgend kan worden ingezet. ‘Beeldend’ kan dan wel een aparte les zijn, maar dan moet het aansluiten bij andere bestaande thema’s, zodat het versterkend werkt.”


Wat bedoel je daarmee, met ‘vakoverstijgend’?
“Stel: kinderen zijn met geschiedenis bezig met de Tweede Wereldoorlog. Dan bespreek ik met de kinderen materialen die bij dit onderwerp passen. Bijvoorbeeld op De Veldhof, daar hebben de kinderen in groep zeven net het project rondom ‘verf’ afgesloten. Dat hebben we helemaal gekoppeld aan aardrijkskunde en geschiedenis. Waar komt verf vandaan, wat is de geschiedenis van verf? Dan behandelen we uiteraard de prehistorie, de eerste rotsschilderingen, enzovoorts. Maar kinderen gaan ook aan de slag, ze gaan zelf pigment maken. Ze leren welke grondstoffen we hier in de omgeving hebben en waar mergel van gemaakt is. Het biedt veel verschillende lagen voor mij als docent en dat maakt dat kinderen geïnteresseerder zijn in het onderwerp. En tegen de kinderen die het interessant vinden, zeg ik dan: ga eens naar het Natuurhistorisch Museum in Maastricht, daar heb je veel mosasaurussen die zijn gevonden in de mergellagen. En het gebeurt dan ook wel dat kinderen na een tijdje komen vertellen dat ze met hun ouders naar het museum zijn geweest. Dan ben ik al blij.”

“Ik ben geen knutseljuf, het is een vak dat waardevolle kennis biedt. Door ‘beeldend’ vakoverstijgend in te zetten kun je kennis op een andere manier bijbrengen, en zo kinderen helpen die cognitief minder sterk zijn. We zijn nu bezig met de klassieke oudheid, daarvoor heb ik mensen van De Vondst, het centrum voor Archeologie in Heerlen, uitgenodigd om een gastles te geven. Zij komen dan langs met hun leskist. Je ziet dat dat werkt, kinderen krijgen de informatie op verschillende manieren aangereikt. Ze hebben dan haakjes om iets wat ze bij geschiedenis of aardrijkskunde leren, aan op te hangen. Ze zijn in de ervaring gedoken, in plaats van alles uit een boekje te leren. En dat beklijft.”


Dus dat is meteen jouw tip om leerlingen te motiveren?
“Ja, ik zou zeggen: geef leerlingen eigenaarschap over het leerproces. Natuurlijk, er zijn ook leerlingen die niks hebben met creatieve vakken. Daar houd ik ook rekening mee in het lespakket. Er zit altijd wel een laag in die ze wel interessant vinden. Bijvoorbeeld in de lessen over verf de geschiedenis ervan, of de alchemie van het verf maken. Zo kan ieder kind zich altijd wel ergens in vinden.”


Waarom maakt cultuur wat jou betreft het verschil
“Cultuur leert kinderen vanuit andere perspectieven kijken, naar wat het onderwerp ook is. Het is goed voor de ontwikkeling van het empathisch vermogen. Het creëert een kader, maatschappelijk en cultureel, en dat is echt belangrijk. Kinderen leren dat er verschillende manieren zijn om ergens naar te kijken en zich uit te drukken. Er is niet per definitie één oplossing. Dat maakt ‘beeldend’ ook anders dan andere vakken. Het biedt kinderen de ruimte die ze zo hard nodig hebben in hun ontwikkeling.”


Waar ben je het meest trots op?
“Op de samenwerking met De Veldhof. Het is mooi om te zien dat een school voor deze manier van leren openstaat. Ik ben blij dat de feedback vanuit de school, maar ook van de kinderen zelf, positief is. Je merkt dat door deze aanpak het vak ‘beeldend’ anders beoordeeld wordt. Het krijgt ook voor leerkrachten en bestuur meerwaarde, wanneer ze zien dat het meer is dan ‘handenarbeid’. Daarnaast zie je kinderen die niet goed kunnen leren opbloeien tijdens zo’n projecten. Het geeft hen zichtbaar zelfvertrouwen. Tijdens het verfproject gingen de kinderen eens zelf mergel verzamelen nadat ze uitleg hadden gehad over wat dat materiaal nou eigenlijk is. Er kwam een leerling naar me toe met een potje in zijn hand, en riep: ‘juffrouw, ik heb de hele prehistorie in mijn pot’! Die oogjes blonken, hij was zo enthousiast. De kennis was echt bij hem binnengekomen. Dan heb ik het goed gedaan.”

Wil je meer weten over de cursus Beeldende Materialen & Technieken die Pit Cultuurwijzer aanbiedt in samenwerking met Dorieke? Lees dan hier verder.