20 november 2023
Interview van de Maand: Het Laagland
Deze maand gaan we in gesprek met Het Laagland theater waar Renee van de Schoor werkzaam is. Als BIS-instelling blijven zij nieuw aanbod ontwikkelen en bieden voorstellingen aan die aansluiten bij het onderwijs.
En denk je nou, dat is een bekende naam? Ja dat klopt, Renee is de zus van Julie; onze voormalige intermediair onderwijs.
Renée van de Schoor is theatereducator bij Het Laagland en artistiek coördinator voor Jong Laagland. Het Sittardse jeugd- en familietheater is al jaren verbonden aan Pit Cultuurwijzer– en deze samenwerking is nog lang niet klaar.
Het Laagland is een jeugdtheatervoorziening die in eigen huis en op locatie, op regionale en (inter-)nationale podia zowel kinderen en jongeren als volwassenen verrijkt met eigenzinnig kwaliteitstheater. Renée werkt als artistiek coördinator voor Jong Laagland, de jeugdtheaterschool van Het Laagland, en is educator.
Wat houdt je werk als educator in?
Ik zorg voor de educatieve programma’s bij de voorstellingen die we aanbieden. Zo maken we per voorstelling een educatiepakket met daarin twee video’s. De eerste video bekijken docenten met hun leerlingen vooraf aan hun bezoek. Daarin krijgen ze een introductie over het thema en wat ze kunnen verwachten in het theater. De tweede video is bedoeld voor ná de voorstelling, om te reflecteren: wat heb je gezien en wat heb je van de voorstelling geleerd? Deze video gaat vaak gepaard met een doe-opdracht. Leerlingen moeten bijvoorbeeld iets knutselen of gaan aan de slag met theater, dans of beweging. Dat is de basis. Daarnaast geven we nog iets fysieks mee. Dat kan een educatiepakket zijn, maar dat hoeft niet. Onlangs hebben we iedereen bij de voorstelling ‘Boel Gevoel’ een glittergordijn meegegeven waarmee kinderen in de klas hun eigen revue konden inrichten. Het is altijd iets creatiefs.
Wat doet Het Laagland precies?
We hebben standaard een aantal toneelvoorstellingen, voor de allerkleinsten en voor het primair onderwijs. De kinderen zijn in deze gevallen het publiek. Daarnaast hebben we voor het voortgezet onderwijs theater in de klas – dat valt onder de educatieportefeuille. Ook bieden we allerlei workshops en co-creaties aan, zoals ‘Tem je eigen Draak’, of de ‘Backstagetour’ in het theater. Workshops kunnen dus ofwel in de klas, of in het theater plaatsvinden. En dan is er nog ‘Jong Laagland’, waarbij kinderen zelf kunnen komen spelen en theater ervaren. Ze gaan dan echt zelf de vloer op.
Hoe werken jullie vanuit Het Laagland samen met Pit Cultuurwijzer?
We maken voorstellingen voor scholen en kinderen. Pit Cultuurwijzer zit daar vaak tussen als intermediair. We trekken veel met elkaar op, hebben hetzelfde doel en willen hetzelfde publiek bedienen. Ik heb bijvoorbeeld de cursus Grondstof voor het culturele veld gevolgd, zodat ICC’ers en culturele aanbieders dezelfde taal leren spreken wat vermogens en leerdoelen betreft. Dat werd door Pit Cultuurwijzer aangeboden. Daarnaast is het Toon Hermans Theater, waar Het Laagland in gehuisvest is, sinds kort een samenwerking aangegaan met PLT. De link met Heerlen wordt zo ook groter. We werken steeds meer op gemeenschappelijke grond; daarbij willen we juist samenwerken en niet tegenover elkaar staan.
Kun je een voorbeeld geven van een recent project dat jullie samen met Pit Cultuurwijzer hebben gerealiseerd?
Vorig jaar hebben we met OBS De Tovercirkel een Co-creatie uitgevoerd die al jaren in de pijplijn zat, maar door de lockdowns steeds werd uitgesteld. Het thema was ‘Reizen door de tijd’, waarbij elke bouw een eigen thema had: Romeinen, Ridders en Kastelen en de Tweede Wereldoorlog. Daarvoor zijn plekken als Kasteel Hoensbroek en het Thermenmuseum bezocht, maar kregen de docenten ook een serie theaterworkshops van ons. Zo werden ze meteen ook bijgespijkerd op het gebied van deskundigheidsbevordering. Onze docenten gingen met hen aan de slag rondom vragen als: hoe kun je theater inzetten in je lessen en waar zit theater nou in? We zijn een paar weken druk bezig geweest op die school, waarbij onder-, midden- en bovenbouw allemaal hebben meegedaan. De rol van Pit Cultuurwijzer was hierbij het samenbrengen van vraag en aanbod. De school komt naar Pit Cultuurwijzer toe met een vraag en budget, en zij kijken vervolgens welke culturele aanbieder daar het beste bij aansluit.
Hoe waarborgen jullie de kwaliteit van de workshops en het educatiemateriaal?
We hebben allereerst een ontzettend bevlogen artistiek directeur (Inez Derksen), die heel erg betrokken is bij alles wat er gemaakt wordt. We werken met goede mensen, echte professionals, met wie het prettig samenwerken is. Het educatief materiaal maken we in samenspraak met een regisseur. Workshops maken docenten in samenspraak met mij. Daarnaast toetsen we veel en sturen we geregeld bij. Als we iets hebben ontwikkeld, kijken we al snel naar zaken als: past dit bij de doelgroep? Slaat het aan? Waar moet het op aangepast worden? We zijn niet bang om kritisch over onszelf te zijn; we gaan vaak en graag het gesprek aan met het onderwijs. We willen iets aanbieden dat docenten niet in de weg staat, maar wat juist ondersteunend werkt. Want docenten hebben het druk, zij willen geen ellenlange informatiepakketten. Daarom werken we nu bijvoorbeeld aan korte educatievideo’s.
Soms merken we bij een voorstelling dat er vraag is naar iets dat we nog niet hebben, zoals onlangs gebeurde bij de voorstelling PIPPIPOWERRRRR. Er kwam vanuit het onderwijs veel vraag naar een bijbehorende workshop. Wanneer vijf scholen dat onafhankelijk van elkaar vragen, dan gaan we daarmee aan de slag. We werken dus ook vraaggericht, en kijken altijd naar de mogelijkheden. Alles om cultuureducatie weer een prominente plek te geven binnen het onderwijs. Theater mag echt een bouwsteen zijn die veel meer kan worden ingezet op scholen; het biedt zoiets unieks in het aanbod aan leerlingen. Het zorgt voor verbinding en dat hebben we juist zo lang gemist.
< Terug naar overzicht